Onder de titel: "DE WAARHEID DIE MEN JE VOORHOUDT IS NIET DE WAARHEID DIE JE ZOEKT" bundelde Thierry DELEU een aantal essays waarin hij "recht voor de raap" en "zonder omwegen" de onderwerpen KUNST, LITERATUUR en VOORAL POËZIE en hun vaak verwerpelijke connotaties en verwevenheden met politiek, geld en maatschappelijke status haarscherp analyseert en becommentarieert. Daarbij plaatst hij vooral de "kleine auteur" op de voorgrond waarbij klein niet mag opgevat worden in zijn letterlijke betekenis maar eerder in de zin van verguisde "kwalitatieve debutant en dakloze auteur". Belangrijk hierbij is dat hij deze toch wel kiese onderwerpen benadert vanuit zijn persoonlijke lange ervaring als kunstenaar en ambtenaar waardoor hij met pijnlijke nauwkeurigheid de vinger op vele zere wonden weet te leggen. Een lezing van deze vrijmoedige teksten is leerrijk en tegelijk stimulerend voor de kwaliteitsauteur van vandaag die maar niet weet door te dringen door de wazige mazen van het net van het huidige literaire establishment dat zich blijkbaar almaar meer en meer sluit om gevestigde waarden. De auteur is niet aan zijn proefstuk toe en kan bogen op een lange staat van dienst en weet aldus als een "professioneel insider" precies heel goed waarover hij het heeft.
Zo startte hij zijn beroepscarrière als eredirecteur secundair onderwijs en werd hij co-auteur van enkele leerboeken Nederlands ten behoeve van het beroepsonderwijs (Ons Taalboek, 1968 en 1970). Tevens redigeerde hij Het Verhaal van 50 jaar Gemeenschapsonderwijs te Waregem (1999). Hij genoot bekendheid als hoofdredacteur van het tijdschrift "Boulevard" (1970-1980), als uitgever van de reeks Schaap Boeken (in hoofdzaak poëzie) en als samensteller van enkele bloemlezingen voor het kunstonderwijs. Vooral werd hij echter bekend als dichter. Liefde, dood, erotiek en natuur zijn de voornaamste thema’s van zijn poëzie. Hij is eveneens de auteur van de biografie Marc Bourry, man van het volk (1986) en de essays Verslag van een literaire ontmoeting met André Velghe (1998), Ik zou liegen als ik het anders zei (2001), Guy van Hoof, dichter zonder kroon ( 2001), à titre Personnel (brievenboek, 2004). Bij het Pablo Nerudafonds verscheen in 1986 een essay over de poëzie van Thierry Deleu van de hand van de Antwerpse auteur Guy van Hoof, onder de titel Aan wat overblijft heb ik genoeg. In 2004 gaf de VWS in de reeks Bibliotheek van West-Vlaamse Schrijvers de monografie Als een jager in zijn grondgebied uit (auteur Guy van Hoof). T.g.v. de hulde door de Stad Harelbeke (2000) - de auteur werd 60 - publiceerde De Gebeten Hond een selectie van zijn beste gedichten, onder de titel In de weelde van de liefde. In 2002 verscheen zijn debuutroman Eindterm. Het eerste deel van de Creuse Trilogie, waarvan in 2003 Amélie Laforêt verscheen en in 2004 de historische roman Arsène du Frêne, heer van La Vallade. Ook deze boeken werden uitgegeven door De Gebeten Hond Harelbeke. De kiemjaren (gedichten) kwam begin 2006 uit. Een uitgave van “Razor’s Edge Editions”. Ook Klamme handen (roman) einde 2006 en Magisch alfabet (gedichten), einde 2007, verschenen bij dezelfde uitgeverij. Zijn nieuwste collectie essays kan worden gelezen op de site van Het Prieeltje Online onder de rubriek NETBOOKS door naar beneden te scrollen naar nummer 59. Of rechtstreeks door te klikken op de URL: http://www.hetprieeltje.net/netbook59/index.html
In voorbereiding: Schoon volk in de hemel (essay) en De doden zwijgen niet (politieroman), Meeuwen in bloot onderlijf (De Oostduinkerkse gedichten) en het jaarboek van De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee (verzamelbundel dichtersgenootschap). Ook de gedichtenbundel Amor vincit omnia verscheen als een digitaal netbook (nr. 54) van Het Prieeltje Online als een Valentijnsgeschenk van de auteur aan zijn lezers (2007).
