1.1.08



MISTY

Weer mist.
Opnieuw probeert de tijd
de waarheid, die brandt op
de huid, te verdoezelen.


Er is geen ontkomen aan!


Omdat rook een lied van
treurnis is, gezongen door
schaduwen van de nacht,
wil ik ontsnappen en gaan
spijbelen in het maanlicht
van een illusie.


Maar ik wil ook eens vrolijk
wezen, de trompet van de zon
bespelen en met melodieën
kraken de schelp van de nacht,
en als een steen van ontroering
verzinken in de taal om te jubelen
op de bodem van elke dag.

HENRI THIJS